Er zijn verschillende soorten levensverzekeringen. Voor de verschillende levensverzekeringen gelden ook verschillende regels. Dat zijn afspraken die u met ons heeft gemaakt. Maar ook regels van de Belastingdienst. Die geven bijvoorbeeld aan wanneer u wel of geen belasting betaalt over de waarde of de uitkering. En wat u met uw verzekering mag doen. Deze pagina geeft een overzicht van de belangrijkste soorten levensverzekeringen. En de regels die voor deze verzekeringen gelden.
Een kapitaalverzekering box 3 is een levensverzekering waarbij we in één keer een bedrag uitkeren. De Belastingdienst ziet deze kapitaalverzekering als een onderdeel van uw vermogen.
Een Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) is een speciaal type levensverzekering. Met een KEW bouwt u een bedrag op dat u moet gebruiken om de schuld op uw woning (meestal uw hypotheek) af te lossen.
Lees meer over de regels bij uw belastingaangifte
Vanaf 1 april 2013 mag u geen nieuwe Kapitaalverzekering Eigen Woning meer afsluiten. Ook mag u uw kapitaalverzekering box 3 niet meer veranderen in een Kapitaalverzekering Eigen Woning. De wet staat dit niet meer toe.
Een lijfrenteverzekering is een soort levensverzekering. Aan het einde van de looptijd heeft deze verzekering een bepaalde waarde. We maken deze waarde niet over naar uw betaalrekening. U moet hiermee namelijk een verzekering aankopen die recht geeft op een periodieke lijfrente-uitkering. Dit betekent dat u bijvoorbeeld iedere maand of ieder jaar een bedrag krijgt. Met een lijfrenteverzekering vult u meestal uw pensioen aan. U kunt de waarde ook laten overmaken naar een bankspaarrekening.
Niet alle lijfrenteverzekeringen zijn hetzelfde. Dat komt doordat de belastingregels voor lijfrenteverzekeringen tussentijds zijn aangepast. Voor oude lijfrenteverzekeringen gelden daarom andere regels dan voor nieuwere verzekeringen. De Belastingdienst gebruikt hiervoor de termen ‘oud en nieuw regime’.
In deze gevallen valt uw lijfrenteverzekering onder het ‘oude regime’ van de Belastingdienst. U mag de uitkering dan in één keer laten uitbetalen en de uitkering schenken aan anderen.
Kiest u voor een periodieke lijfrente-uitkering – bijvoorbeeld een uitkering per maand? Dan bent u vrij om te bepalen wanneer de lijfrente-uitkering ingaat. Wel zijn er regels voor de einddatum van de lijfrente: er is een 'minimale duur'. Deze hangt af van de leeftijd van de verzekerde op het moment dat de lijfrente- uitkering ingaat.
Kiest u ervoor om uw lijfrenteverzekering onder te brengen in een bankspaarproduct? Uw verzekering valt vanaf dat moment automatisch onder de regels van het nieuwe regime.
Het kan zijn dat uw lijfrenteverzekering een combinatie is van het ‘oude en nieuwe regime’:
Op alle vragen ‘ja’ geantwoord? Dan is uw verzekering een combinatie van het ‘oude en nieuw regime’ van de Belastingdienst.
Het deel van uw verzekering dat u heeft opgebouwd met premies die u heeft betaald tot en met 31 december 2000 valt onder de regels van het oud regime.
Het deel van de verzekering dat u heeft opgebouwd met premies die u heeft betaald op of na 1 januari 2001 valt onder de regels van het nieuwe regime. Deze regels staan hieronder.
Dan valt uw lijfrenteverzekering onder het ‘nieuwe regime’ van de Belastingdienst. Kiest u er voor om uw lijfrenteverzekering onder te brengen in een bankspaarproduct? Uw verzekering valt vanaf dat moment automatisch onder de regels van het nieuw regime. U mag dan minder met de uitkering doen. U mag deze bijvoorbeeld niet aan iemand anders schenken.
Laat u de uitkering in één keer uitbetalen? Dan moet u een renteboete (revisierente) aan de Belastingdienst betalen.
Bij ‘nieuw regime’-lijfrenteverzekeringen mag u niet zomaar bepalen wanneer de lijfrente-uitkeringen ingaan en eindigen. U kunt kiezen voor een lijfrente-uitkering op basis van een bankspaar- of verzekeringsoplossing. Hieronder staat een overzicht met de belangrijkste uitkeringsmogelijkheden.
Lijfrente-uitkeringen nieuw regime bij verzekeraar | Lijfrente-uitkeringen nieuw regime bij bank | |
---|---|---|
Levenslange oudedagslijfrente | Deze lijfrente mag niet later ingaan dan vijf jaar na het jaar waarin de verzekeringnemer AOW gaat ontvangen. Deze lijfrente mag alleen stoppen als de verzekerde overlijdt. | Deze lijfrente mag niet later ingaan dan vijf jaar na het jaar waarin de verzekeringnemer AOW gaat ontvangen. Deze lijfrente loopt 20 jaar plus het aantal jaar dat u jonger bent dan de AOW leeftijd. |
Nabestaandenlijfrente | Met deze lijfrente krijgt een begunstigde een uitkering, nadat de verzekerde van de lijfrenteverzekering is overleden. Deze lijfrente moet direct ingaan na het overlijden. De datum waarop de lijfrente mag stoppen hangt af van de relatie die de begunstigde heeft tot de overledene. | Met deze lijfrente krijgt een begunstigde een uitkering, nadat de verzekerde van de lijfrenteverzekering is overleden. Deze lijfrente moet direct ingaan na het overlijden. De datum waarop de lijfrente mag stoppen hangt af van de relatie die de begunstigde heeft tot de overledene. |
Tijdelijke oudedagslijfrente | De uitkering uit deze lijfrente moet minimaal vijf jaar duren. De uitkering mag niet eerder ingaan dan in het jaar waarin de verzekeringnemer AOW gaat ontvangen. De uitkering mag niet later ingaan dan vijf jaar na dat jaar. | De uitkering uit deze lijfrente moet minimaal vijf jaar duren. De uitkering mag niet eerder ingaan dan in het jaar waarin de verzekeringnemer AOW gaat ontvangen. De uitkering mag niet later ingaan dan vijf jaar na dat jaar. |
Overbruggingslijfrente | Deze mag u alleen afsluiten als u de premies voor de lijfrente heeft afgetrokken vóór 1 januari 2006. Deze lijfrente mag op ieder moment ingaan. De uitkeringen moeten uiterlijk stoppen in het jaar waarin u de AOW gerechtigde leeftijd bereikt. Of op het moment dat u pensioenuitkeringen gaat ontvangen. | Deze lijfrente mag bij de bank niet worden gesloten. |
Lees meer over de verschillen tussen een uitkering uit banksparen en een verzekeringsuitkering
Een uitvaartverzekering heeft geen afgesproken einddatum. Wel stopt u op een bepaald moment met premie betalen. Bij de uitvaartverzekering keren we een bedrag uit als de verzekerde overlijdt.
Met een overlijdensrisicoverzekering zorgt u ervoor dat uw nabestaanden financieel verzorgd achterblijven. We keren een bedrag uit als de verzekerde(n) voor de einddatum van de verzekering overlijdt. Een overlijdensrisicoverzekering is vaak gekoppeld aan een hypotheek (verpanden). Zo heeft de hypotheekverstrekker meer zekerheid dat u (een deel van) de hypotheek terugbetaalt. Bij overlijden van de verzekerde(n) keren we het verzekerd bedrag uit aan de hypotheekverstrekker.
Lees meer over de Overlijdensrisicoverzekering
Dit is een verzekering waarbij u periodieke uitkeringen ontvangt tot de einddatum van de verzekering. Of tot het overlijden van de (laatste) verzekerde als dat eerder is. U kunt een Direct Ingaande Lijfrente niet stopzetten.
Een gouden handdrukverzekering is een soort levensverzekering. De ontslagvergoeding (gouden handdruk) die u ontvangt van uw ex-werkgever, stort u in deze verzekering. Aan het einde van de looptijd heeft de verzekering een bepaalde waarde. U kunt het bedrag periodiek laten uitkeren. U opent dan een nieuwe bankspaarrekening of u sluit een nieuwe verzekering. We maken de waarde over naar deze rekening of verzekering. U kunt de waarde ook in een keer laten uitkeren naar uw betaalrekening. Of de waarde kan overgemaakt worden naar een eigen stamrecht BV.
U kunt bij ons kiezen voor een bankspaarrekening: Banksparen Ontslagvergoeding.
Wilt u een nieuwe levensverzekering (af)sluiten? Lees dan meer op de pagina levensverzekering afsluiten.
NN Levensverzekering
OHRA Overlijdensrisicoverzekering
RVS Levensverzekering
RVS Overlijdensrisicoverzekering (afgesloten voor 2017)
ING Levensverzekering
ING Overlijdensrisicoverzekering (afgesloten voor 2017)