Uw levensverzekering heeft vaak invloed op de inkomstenbelasting die u moet betalen. Op deze pagina leest u voor iedere verzekering hoe u die opgeeft aan de Belastingdienst. Tijdens de looptijd en bij de uitkering.
Een kapitaalverzekering box 3 ziet de Belastingdienst als vermogen. We geven ieder jaar aan u door welke waarde u moet opgeven bij uw belastingaangifte. Over de uitkering betaalt u geen inkomstenbelasting. Voor kapitaalverzekeringen die zijn gesloten vóór 15 september 1999 gelden andere regels.
U geeft de waarde van uw kapitaalverzekering bij uw belastingaangifte op in box 3. Het bedrag dat u opgeeft, is de ‘fiscale waarde’. Die waarde berekenen we volgens de regels van de Belastingdienst. We sturen u ieder jaar een brief. Daarin staat wat de fiscale waarde van uw verzekering was op 1 januari van het jaar ervoor. Een ander woord voor fiscale waarde is Waarde in het economisch verkeer. We moeten de fiscale waarde ook ieder jaar doorgeven aan de Belastingdienst.
U hoeft geen inkomstenbelasting te betalen over de uitkering van een kapitaalverzekering box 3.
Voor deze kapitaalverzekeringen box 3 geldt een vrijstelling in box 3 van € 123.428,-. Deze vrijstelling geldt alleen als uw kapitaalverzekering aan de volgende drie voorwaarden voldoet:
Bij uw belastingaangifte werkt dat als volgt:
Heeft u het hele jaar een fiscale partner gehad? Dan telt u de waardes op van alle kapitaalverzekeringen die aan alle drie de voorwaarden voldoen. Ook verzekeringen van uw partner. De vrijstelling voor u samen is dan € 246.856,- (twee keer € 123.428,-).
U moet inkomstenbelasting betalen over de uitkering van deze verzekering. Soms heeft u ook recht op een vrijstelling bij de uitkering. Deze vrijstelling geldt alleen als u aan de volgende voorwaarden voldoet:
Houdt u zich aan deze regels? Dan betaalt u geen, of minder belasting over de uitkering.
Voor deze kapitaalverzekeringen box 3 geldt een vrijstelling in box 3 van € 123.428,-. Deze vrijstelling geldt alleen als uw kapitaalverzekering aan de volgende voorwaarden voldoet:
Bij uw belastingaangifte werkt het op dezelfde manier zoals hierboven beschreven bij kapitaalverzekeringen gesloten tot 15 september 1999.
U betaalt wel belasting over de uitkering uit de verzekering. Tenzij voor uw uitkering een belastingvrijstelling geldt. Deze vrijstelling geldt alleen als u aan de voorwaarden voor de vrijstelling voldoet. Deze voorwaarden zijn:
U leest meer over op de vrijstellingen voor box 3-verzekeringen op de website van de Belastingdienst.
De waarde van een Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW) geeft u tijdens de looptijd niet op bij uw belastingaangifte. De uitkering moet u wel opgeven. Er kan dan een vrijstelling gelden.
U betaalt tijdens de looptijd van uw verzekering geen box 3-belasting over de waarde van uw KEW. U hoeft daarom de waarde van uw KEW tijdens de looptijd niet in te vullen in uw belastingaangifte.
Krijgt u een uitkering uit uw KEW? Dan ziet de Belastingdienst het verschil tussen de uitkering en de door u betaalde premie als inkomen in box 1. Dit verschil heet het 'rentebestanddeel'.
U heeft recht op een vrijstelling als uw KEW voldoet aan de volgende voorwaarden:
Houdt u zich aan deze regels? Dan betaalt u geen, of minder belasting over de uitkering.
De Belastingdienst bepaalt ieder jaar hoe hoog het vrijstellingsbedrag is. U kunt de volgende situaties tegenkomen:
Heeft u een fiscale partner? Dan kunt u bij de uitkering ook de KEW-vrijstelling van uw fiscale partner gebruiken. Uw partner mag deze vrijstelling nog niet hebben gebruikt. Ook in de toekomst kan uw fiscale partner de vrijstelling niet meer gebruiken. U geeft dit op in uw belastingaangifte.
U leest alles over de KEW-vrijstelling op de website van de Belastingdienst.
Voor lijfrenteverzekeringen gelden verschillende regels. Welke regels voor u gelden, hangt af van de datum waarop u de verzekering heeft afgesloten. En of u de verzekering daarna nog heeft veranderd.
De waarde van de uitvaartverzekering hoeft u tijdens de looptijd niet altijd op te geven bij uw belastingaangifte. De uitkering bij overlijden geeft de begunstigde op. Er kan dan een vrijstelling gelden.
Is de waarde van uw uitvaartverzekering lager dan € 7.348,- (2021)? Dan geeft u de waarde tijdens de looptijd niet op bij uw belastingaangifte. Is de waarde hoger dan € 7.348,-? Dan geeft u deze wel op. U krijgt dan een brief van ons waarin de waarde staat die u opgeeft bij uw belastingaangifte.
Over de uitkering uit een uitvaartverzekering kan de Belastingdienst twee soorten belastingen heffen: inkomstenbelasting en erfbelasting.
Heeft u een uitvaartverzekering die is gesloten ná 14 september 1999? Dan betaalt de begunstigde geen inkomstenbelasting over de uitkering uit de verzekering.
Heeft u een uitvaartverzekering die is gesloten vóór 15 september 1999? Dan betaalt de begunstigde over de uitkering bij overlijden van de verzekerde geen inkomstenbelasting als de verzekerde overlijdt:
Heeft u een uitvaartverzekering met een lijfrenteclausule? Dan moet de begunstigde met de uitkering een nabestaandenlijfrente kopen. De begunstigde ontvangt de uitkering dan niet in een keer, maar periodiek. Bijvoorbeeld per maand. Over deze uitkeringen betaalt de begunstigde dan inkomstenbelasting.
Erfbelasting is de belasting die de nabestaande moet betalen over de nalatenschap van een overledene. Een uitkering uit een uitvaartverzekering valt voor de erfbelasting meestal ook in de nalatenschap. Hoeveel erfbelasting de nabestaande moet betalen, hangt af van zijn/haar relatie met de overledene.
Heeft u een uitvaartverzekering met een lijfrenteclausule? En is uw verzekering een nieuw regime lijfrente? Dan betalen uw nabestaanden geen erfbelasting over deze verzekering.
Was de verzekerde niet in gemeenschap van goederen getrouwd met de begunstigde? Dan kan de begunstigde voorkomen dat hij/zij erfbelasting moet betalen over de uitkering uit de verzekering. Bij een uitvaartverzekering op twee levens kunt u dit regelen door premiesplitsing aan te vragen. U kunt premiesplitsing aanvragen via www.nn.nl/uwbericht.
Meer informatie over erfbelasting leest u op de website van de Belastingdienst.
De waarde van de overlijdensrisicoverzekering hoeft u tijdens de looptijd niet altijd op te geven bij uw belastingaangifte. De uitkering bij overlijden geeft de begunstigde op. Er kan dan een vrijstelling gelden.
Is de waarde van uw overlijdensrisicoverzekering lager dan € 7.348,- (2021)? Dan geeft u de waarde tijdens de looptijd niet op bij uw belastingaangifte. Is de waarde hoger dan € 7.348,-? Dan geeft u deze wel op. U krijgt dan een brief van ons waarin de waarde staat die u opgeeft bij uw belastingaangifte.
Over de uitkering uit een overlijdensrisicoverzekering kan de Belastingdienst twee soorten belastingen heffen: inkomstenbelasting en erfbelasting.
Heeft u een overlijdensrisicoverzekering die is gesloten ná 14 september 1999? Dan betaalt de begunstigde geen inkomstenbelasting over de uitkering uit de verzekering.
Heeft u een overlijdensrisicoverzekering die is gesloten vóór 15 september 1999? Dan betaalt de begunstigde over de uitkering bij overlijden van de verzekerde geen inkomstenbelasting als de verzekerde overlijdt:
Heeft u een overlijdensrisicoverzekering met een lijfrenteclausule? Dan moet de begunstigde met de uitkering een nabestaandenlijfrente kopen. De begunstigde ontvangt de uitkering dan niet in een keer, maar periodiek. Bijvoorbeeld per maand. Over deze uitkeringen betaalt de begunstigde dan inkomstenbelasting.
Erfbelasting is de belasting die de nabestaande moet betalen over de nalatenschap van een overledene. Een uitkering uit een overlijdensrisicoverzekering valt voor de erfbelasting meestal ook in de nalatenschap. Hoeveel erfbelasting de nabestaande moet betalen, hangt af van zijn/haar relatie met de overledene.
Heeft u een overlijdensriscoverzekering met een lijfrenteclausule? En is uw verzekering een nieuw regime lijfrente? Dan betalen uw nabestaanden geen erfbelasting over deze verzekering.
Was de verzekerde niet in gemeenschap van goederen getrouwd met de begunstigde? Dan kan de begunstigde voorkomen dat hij/zij erfbelasting moet betalen over de uitkering uit de verzekering. Bij een overlijdensrisicoverzekering op twee levens kunt u dit regelen door premiesplitsing aan te vragen. U kunt premiesplitsing aanvragen via nn.nl/uwbericht.
Meer informatie over erfbelasting leest u op de website van de Belastingdienst.
Heeft u voor uw levensverzekering een bedrag in een premiedepot gestort waaruit u (een deel van) de premie betaalt? Dan is het saldo van uw premiedepot vermogen in box 3 voor de Belastingdienst. Het saldo van uw premiedepot moeten wij ook jaarlijks doorgeven aan de Belastingdienst. Dit zijn we wettelijk verplicht.
Uw vermogen in box 3 is de waarde van uw bezittingen min uw schulden in box 3. U geeft de fiscale waarde van uw levensverzekering(en) en/of saldo van uw premiedepot(s) op bij uw bezittingen in box 3. Of u belasting betaalt over uw vermogen hangt af van de hoogte van uw vermogen. Een deel van uw vermogen is belastingvrij. Daarover hoeft u geen belasting te betalen.
In sommige gevallen heeft u recht op een bezittingsvrijstelling voor uw levensverzekering in box 3. Een bezittingsvrijstelling is extra belastingvrij vermogen. Heeft u een levensverzekering die u vóór 15 september 1999 heeft afgesloten? Dan hoeft u alleen de fiscale waarde boven € 123.428,- als vermogen in box 3 op te geven in uw belastingaangifte. Heeft u een fiscale partner? Dan mag u de bezittingsvrijstelling verdubbelen tot € 246.856,-. Uw partner kan deze bezittingsvrijstelling dan niet meer zelf gebruiken.
Er is ook een vrijstelling voor levensverzekeringen die alleen uitkeren bij overlijden, bijvoorbeeld een uitvaartverzekering of een overlijdensrisicoverzekering. In 2021 is de vrijstelling voor deze verzekeringen maximaal € 7.348,- per verzekerde. Heeft u meer overlijdensverzekeringen per verzekerde? Dan moet u de fiscale waarden bij elkaar optellen. Is de waarde hoger dan € 7.348,-? Dan moet u de volledige fiscale waarde opgeven.
U leest meer over de belastingaangifte en levensverzekeringen en vrijstellingen op de website van de Belastingdienst.
NN Levensverzekering
OHRA Overlijdensrisicoverzekering
RVS Levensverzekering
RVS Overlijdensrisicoverzekering (afgesloten voor 2017)
ING Levensverzekering
ING Overlijdensrisicoverzekering (afgesloten voor 2017)