14 april 2022
Zoals we in eerdere berichten hebben geschreven is de inflatie de laatste maanden in een rap tempo gestegen. Voor de Eurozone is het percentage inmiddels in de dubbele cijfers beland. Dit zorgt voor een dilemma voor de centrale banken: het bestrijden van de inflatie versus het stimuleren van de economie.
De belangrijkste doelstelling van een centrale bank is het handhaven van de zogenaamde prijsstabiliteit. Hiermee bedoelen we dat de prijzen beperkt bewegen. Onze economie werkt namelijk het beste als de prijzen enigszins stijgen. Er is dan sprake van een lichte inflatie. Het gewenste inflatieniveau van de Europese Centrale Bank ligt rond de 2%.
In eerste instantie dachten de centrale banken bij het oplopen van de inflatie in de tweede helft van 2021 dat deze maar van korte duur zou zijn. Deze inschatting is inmiddels ingehaald door de realiteit. Na de mismatch tussen vraag en aanbod door de lockdowns vanwege de pandemie, zorgt nu de oorlog in Oekraïne voor een volgende ronde van prijsstijgingen. Niet alleen is de prijs van olie en gas snel gestegen, ook de prijzen van graan, zonnebloemolie en andere grondstoffen zijn sterk opgelopen. De oorlog heeft waarschijnlijk voor een langere periode invloed op de prijsvorming van veel grondstoffen.
De hogere inflatie maakt dat werknemers dit graag gecompenseerd willen zien in hun loon. Alles wordt immers duurder en voor een euro is minder te kopen. De hogere loonkosten berekenen bedrijven vervolgens door in de prijs van producten en diensten. Met een nog hogere inflatie als gevolg. Wanneer dit in een cirkel belandt, spreken we van een loon-prijs spiraal. In de Verenigde Staten is de kans hierop zeker aanwezig. In Europa lijkt die kans tot nu toe klein.
Wat kunnen centrale banken doen om de inflatie in te tomen? Een centrale bank kan de economie en de consumptie remmen door de korte rente te verhogen. Een aantal centrale banken, waaronder die van de Verenigde Staten, heeft dit inmiddels gedaan. De verwachting is dat anderen snel zullen volgen. Ook zullen centrale banken de opkoopprogramma’s van obligaties afbouwen en mogelijk stopzetten. Met als gevolg dat de lange rente waarschijnlijk verder gaat stijgen. Lenen wordt dan duurder, de vraag naar producten neemt af en komt beter in balans met het aanbod. De opwaartse druk op bijvoorbeeld de prijzen van grondstoffen neemt dan naar alle waarschijnlijkheid af.
Waarom zorgt dit voor een pijnlijk dilemma? Er kleven namelijk ook gevaren aan de hierboven beschreven acties. Wanneer de economie wordt geremd, neemt de kans op een krimpende economie, oftewel een recessie, toe. Dit wordt in Europa versterkt door de directe (oplopende energieprijzen) en indirecte gevolgen (afnemend consumentenvertrouwen) van de oorlog in Oekraïne. Er kan in dat geval stagflatie optreden, een stagnerende economie in combinatie met een hoge inflatie. Deze economische situatie is lastig te bestrijden. Het is dus belangrijk dat centrale banken de juiste balans vinden. Enerzijds het beteugelen van de inflatie om aan hun doelstelling te voldoen. Anderzijds de economie wel afremmen maar niet langdurig in een recessie te laten belanden.
En een goed evenwicht vinden is in deze onzekere tijden een hele uitdaging.
Pim van Tilburg
Senior Investment Manager Nationale-Nederlanden