Ga direct naar inhoud

Pensioen, een arbeidsvoorwaarde met vlekken

'We zorgen dat we nauw bij de ontwikkelingen betrokken blijven'

We hebben ons jaren kunnen beroepen op een mooi en solide pensioenstelsel. Maar de houdbaarheid daarvan kwam sterk onder druk te staan door veranderende marktomstandigheden. Er wordt vaak gezegd dat je het dak van je huis moet repareren als het droog is. Nu, dat is niet helemaal gelukt als we kijken naar de vele jaren die we er over gedaan hebben om de noodzakelijke wijzigingen aan ons pensioenstelsel door te voeren. En nog steeds is het onrustig. Want ja, de Wet toekomst pensioenen (Wtp) is aangenomen. Maar op het moment van het schrijven van dit artikel is de kabinetsformatie nog volop aan de gang en de partijen aan die tafel hebben nog wel wat noten op hun zang voor wijzigingen in de Wtp. En wat te denken van de zogenoemde “vlekken”? Worden die opgelost of juist erger onder de Wtp? Dat leg ik graag uit!

Nederland in de Top 3 van beste pensioensystemen ter wereld

Al jarenlang staat Nederland in de Top 3 van beste pensioensystemen ter wereld. Althans, volgens de Mercer CFA Institute Global Pension Index. Een mooi resultaat, iets om trots op te zijn. En in 2023 zijn we weer gestegen naar de eerste plaats, een plek die eerder werd ingenomen door IJsland. De Top 4 wordt compleet gemaakt door Denemarken en Israël.

Niet alleen maar rozengeur en maneschijn

Stilstand is vaak achteruitgang. Dat geldt ook binnen pensioenland. Reden waarom er jaren is gesproken over de wijzigingen die vorm gegeven zijn in de Wtp. En ook dat is een vorm van het beroemde polderen in Nederland. We willen immers graag op nummer 1 blijven, maar ook het systeem betaalbaar houden. En los van alle discussies over flexibel versus solidair, wel of geen verplichtstelling, invaren, enz., speelt er nog een discussie. En dat betreft de gaten in pensioenopbouw an sich, de ‘vlekken’.

Een grote groep bouwt geen pensioen op

Zo kennen we inmiddels de witte vlek, waarmee wordt geduid op de grote groep werkenden, voornamelijk uitzendkrachten en ZZP’ers, die geen pensioen opbouwen. In het aangescherpte ‘Aanvalsplan witte vlek’ heeft de Stichting van de Arbeid plannen gepresenteerd om in 2027 het aantal werkenden zonder pensioenopbouw te hebben gehalveerd. In de derde voortgangsrapportage die in maart 2024 is gepubliceerd, is opgenomen dat er al een daling is van 936.000 naar 766.000 werknemers zonder pensioenregeling. Uitdagend om een verdere daling te bewerkstelligen? Zeker, maar afhankelijk van de uiteindelijke invulling wel degelijk haalbaar. De fiscale ruimte wordt geschapen binnen de Wtp, de uiteindelijke productinvulling moet nog worden vormgegeven. Daarvoor ligt ook een uitdaging bij ons als uitvoerder.

Grote groep werknemers die wel pensioen opbouwt, maar te weinig

Maar in toenemende mate wordt ook de grijze vlek genoemd. En dat betreft de groep deelnemers die een lage pensioenopbouw hebben. De AFM heeft ook daar aandacht voor gevraagd. Een laag pensioen kan immers leiden tot financiële teleurstelling bij het bereiken van de pensioenleeftijd. In juni 2023 publiceerde de AFM de uitkomsten van haar onderzoek in een rapport: “Verkenning grijze vlek binnen DC-regelingen”. Maar een schot voor de boeg was al eerder gegeven: “Het is aan alle betrokkenen hun verantwoordelijkheid te nemen in de vormgeving of uitvoering van pensioenen en deelnemerscommunicatie.” (AFM artikel 21-02-2023) En onder “alle betrokkenen” vallen ook werkgevers en adviseurs. Wat er wordt verwacht? De AFM geeft twee duidelijke aanwijzingen:

  1. Communicatie. AFM: “Zorg ervoor dat deelnemers realistische verwachtingen hebben en dat ze weten dat ze een lage pensioenopbouw hebben. Zo kunnen zij eventueel nog actie ondernemen.” Wees duidelijk in wat de werknemer aan pensioen opbouwt en hoe zich dat verhoudt tot het huidige inkomen. De 70% mythe is inmiddels misschien minder actueel, maar de gemiddelde werknemer heeft nog steeds veel te weinig gevoel bij zijn inkomen na pensionering. En als we de kennis daarover verhogen, kan dat leiden tot eventuele aanvullende acties vanuit de deelnemer. In dat licht is de nieuwe keuzebegeleiding die aan deelnemers moet worden geboden ook een stap in de juiste richting.
  2. Belangrijker nog: de hoogte van de pensioentoezegging. AFM: ”Zorg ervoor dat de grijze vlek kleiner wordt. Hierin is onder andere een rol weggelegd voor de sociale partners, pensioenuitvoerders en adviseurs.” De oproep is helder. De uiteindelijke hoogte van het pensioen is uiteraard afhankelijk van het behaalde rendement en de beleggingskeuzes van de deelnemers. Toch begint het bij de hoogte van de in te leggen premie. Hoe lager deze is, hoe minder pensioen er uiteindelijk wordt opgebouwd. Iets om rekening mee te houden bij de omzetting naar een vlakke staffel. Bij een laag percentage zal de grijze vlek immers eerder groeien dan afnemen. Denk aan bijspaarmogelijkheden in de derde en vierde pijler. Het valt ook te overwegen om een hoger percentage toe te zeggen en de eigen bijdrage op een hoger niveau vast te stellen. 

Welke mogelijkheden zijn er nu al?

De problemen met de witte en grijze vlekken zijn niet nieuw en worden ook niet veroorzaakt door de Wtp. Wel is het zo dat de Wtp een goed moment biedt om de pensioentoezegging nog eens kritisch tegen het licht te houden. En de volgende stappen zijn natuurlijk nu al mogelijk.

De deelnemer kan het volgende doen:

  1. Zich verdiepen in het pensioen, zodat er geen verrassingen zijn op de pensioendatum. Dit begint bij het inloggen op mijn.nn Inkomen Later.
  2. Bij een eventueel tegenvallende pensioenopbouw is bijsparen een optie. Dit kan in de pensioenregeling of individueel. 
  3. Langer doorwerken is ook een keuze. O bijvoorbeeld de woonlasten verlagen door af te lossen, als er een koophuis is.

Als werkgever kun je: 
  1. Met je adviseur in gesprek gaan over hoe de pensioenregeling ervoor staat. Laat je adviseren of de pensioenregeling voldoende voorziet in een goed inkomen voor later.
  2. Is dit niet het geval, denk dan eens aan het toezeggen van een hoger percentage en het vaststellen van de eigen bijdrage door de deelnemer op een hoger niveau.
  3. Wees richting je werknemers duidelijk en transparant over de pensioenregeling. 

Welke mogelijkheden zijn er nu al?

Het voelt misschien wat dwingend, maar het verwachte resultaat voor de deelnemer zal beter zijn. Er is geen dwingend voorschrift dat (of hoe) de vlek kleiner moet worden, dat wordt overgelaten aan de markt. Eén ding is wel zeker: er is voldoende creativiteit bij adviseurs en werkgevers om dat te gaan invullen! Wil jij niet dat je werknemers tegen de pensioendatum verrast worden door een lagere pensioenuitkomst dan verwacht? Neem contact op met je adviseur om de mogelijkheden te bespreken.