Wat betekent inflatie voor de koopkracht van je aanvullend pensioen? Dat zit zo

Bouw je zelf aanvullend pensioen op door te sparen in box 1? Goed bezig. Zo vul je je AOW en pensioen aan met een eigen spaarpot. Maar wist je dat inflatie ervoor kan zorgen dat je opgebouwde geld minder waard wordt? En dat dit invloed heeft op wat je straks écht kunt kopen van je pensioenuitkering? Gelukkig kun je die koopkracht zelf beïnvloeden door naast sparen ook te beleggen. Hoe dit werkt? We leggen het je graag uit.

De belangrijkste punten op een rij

  • Een aanvullend pensioen in box 1 kan een mooie aanvulling zijn op je AOW en werkgeverspensioen.
  • Je kunt aanvullend pensioen opbouwen met sparen en beleggen, of een combinatie van de twee.
  • Inflatie kan een negatief effect hebben op de koopkracht van je aanvullend pensioen, vooral als je alleen spaart. Het risico bestaat dat je pensioen minder waard wordt, als de spaarrente lager is dan de inflatie.
  • Met beleggen voor je aanvullend pensioen heb je meer kans op een hoger rendement. Dat kan zorgen voor meer koopkracht straks. Pensioenbeleggen brengt wel kosten en risico’s met zich mee. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.
  • Hoe eerder je begint met beleggen, hoe hoger je rendement kan worden.
  • Ook nadat je de AOW-leeftijd hebt bereikt, kun je doorgaan met pensioenbeleggen.

Wat is inflatie?

Je herkent het vast: veel producten en diensten worden ieder jaar iets duurder. Denk aan energie, huur en de boodschappen. Zo kan het dat je in 2018 voor een kilo witte rijst € 2,02 betaalde. En dat je in 2025 gemiddeld € 2,50 ervoor afrekent. Die algemene prijsstijging van producten en diensten noemen we inflatie. Zo wordt je geld steeds minder waard.

Welke invloed heeft inflatie op je aanvullend pensioen?

Inflatie heeft ook gevolgen voor je aanvullend pensioen in de derde pijler. Dit is het pensioen dat je zelf opbouwt. Bijvoorbeeld met een lijfrente in box 1, zoals Aanvullende PensioenOpbouw van Nationale-Nederlanden. Hiermee bouw je vermogen op voor een aanvulling op je AOW (eerste pijler) en je eventuele werkgeverspensioen (tweede pijler).

Door die inflatie kun je straks misschien minder kopen met het extra pensioen waarvoor je zelf hebt gespaard. Anders gezegd: de koopkracht van je aanvullend pensioen daalt.

Berekening koopkrachtverlies pensioen door inflatie

Stel, je hebt in 2040 een aanvullend pensioen van € 1.000,- per maand. Dit bedrag is de nominale waarde: het geld dat je straks uitgekeerd krijgt. Maar als de prijzen stijgen door inflatie, kun je minder met dit geld doen. Je verliest dus aan koopkracht.

Neem het voorbeeld van de rijst. In 2025 kun je van € 1.000,- vierhonderd zakken rijst kopen (à € 2,50 per zak). Maar in 2040 zijn dat door jarenlange inflatie misschien nog maar tweehonderdvijftig zakken (à € 4,- per zak). Je geld is dus minder waard geworden; de reële waarde van je pensioen is gedaald. Terwijl de nominale waarde hetzelfde is gebleven.

Waarom zou je dan toch aanvullend pensioen opbouwen?

Door zelf aanvullend pensioen op te bouwen, heb je later meer financiële zekerheid. Je zorgt voor een extra pensioenpot naast je AOW en werkgeverspensioen. Bovendien heb je mogelijk belastingvoordeel. Bij je aangifte inkomstenbelasting mag je de inleg namelijk (deels) aftrekken van je belastbaar inkomen in box 1. Zo krijg je een deel van de inleg weer terug. Om belastingvoordeel te kunnen krijgen moet je wel aan een aantal voorwaarden voldoen.

Zo werkt aanvullend pensioen opbouwen

Bij Aanvullende PensioenOpbouw van Nationale-Nederlanden kies je zelf of je spaart, belegt of een combinatie maakt. Ook bepaal je zelf hoeveel je inlegt (afhankelijk van je jaarruimte en/of reserveringsruimte). Daarnaast bepaal je hoe váák je inlegt: eenmalig of bijvoorbeeld jaarlijks of maandelijks.

Je stort het geld op een geblokkeerde rekening. Je kunt het dus tussentijds niet opnemen zonder financiële gevolgen. Na deze opbouwfase laat je het geld op vaste momenten uitkeren. Bijvoorbeeld met een Aanvullende PensioenUitkering. Daarover betaal je later wél belasting. Maar vanaf de AOW-leeftijd val je meestal in een lager belastingtarief. Dus hoef je vaak minder af te dragen.

Door inflatie kunnen de kosten voor het dagelijks leven sneller stijgen dan je spaargeld.

Wat als je alleen spaart voor je aanvullend pensioen (en niet belegt)?

Als je spaart ontvang je rente. Die kan lager zijn dan de inflatie. In dat geval groeit je spaargeld minder snel dan de prijzen voor bijvoorbeeld de boodschappen. Je geld wordt dan dus minder waard. Je krijgt straks nog steeds een mooi bedrag uitgekeerd. Maar je kunt er eigenlijk minder voor kopen dan je misschien wilde.

Met een spaarrente van bijvoorbeeld 1,5% is een inflatie van 3% niet bij te benen. De kosten voor het dagelijks leven stijger dan sneller dan het rendement dat je maakt met je spaarrente. Het bedrag op je pensioenrekening groeit dus wel, maar je koopkracht niet. Sterker nog, die daalt.

De zekerheid van sparen

Met pensioensparen heb je de zekerheid dat je geld blijft staan. Je kunt je inleg niet kwijtraken (die kans bestaat wel bij beleggen). Ook kun je kiezen voor een vaste rente in plaats van een variabele. Dit doe je met een deposito. De rente en looptijd staan dan vast. Vaak geldt: hoe langer de looptijd van zo’n deposito, hoe hoger de rente. En hoe meer pensioen je opbouwt. Zo kun je het effect van inflatie deels opvangen.

Wat kun je zelf doen om te zorgen voor een goed aanvullend pensioen?

Door te beleggen voor je pensioen kun je het negatieve effect van inflatie verkleinen. Of zelfs compenseren. Je hebt een grotere kans op een hoger rendement in de opbouwfase dan bij alleen sparen. En dus ook op meer koopkracht later in de uitkeerfase. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen. Maar je hebt één belangrijk voordeel: tijd. Je mag namelijk vermogen opbouwen tot vijf jaar ná je AOW-leeftijd. Hoe langer je belegt, hoe meer kans je hebt op groei. En op herstel van eventuele verliezen onderweg.

Meer koopkracht met beleggen: een voorbeeld

Stel, de inflatie over de hele periode is gemiddeld 3% en je haalt een gemiddeld rendement van 5%. Dan is je koopkracht met 1,94% gegroeid.

Beleggen binnen je aanvullend pensioen: hoe werkt dat?

Voordat je start met Aanvullende PensioenOpbouw bekijken we eerst of beleggen bij je past. Dit doen we met een aantal vragen over jouw situatie. Je bepaalt daarna zelf of je spaart, gaat beleggen of kiest voor een combinatie.

Een beleggingsprofiel dat bij je past

Bij Aanvullende PensioenOpbouw van Nationale-Nederlanden hoef je niet zelf te beleggen. Onze experts beleggen voor jou. Dat heet ook wel vermogensbeheer. Daarbij gaan ze op zoek naar een zo goed mogelijk rendement, tegen een risico dat bij jou past. Ze kijken welk beleggingsprofiel aansluit op jouw situatie. Zo’n beleggingsprofiel varieert van defensief (voorzichtig) tot offensief (met meer lef). Bij defensief beleggen loop je het minste risico, maar is het rendement vaak ook lager. Bij offensief beleggen loop je het meeste risico; het rendement is vaak hoger.

Beleggen: begin op tijd

Hoe eerder je begint met beleggen, hoe langer je geld de tijd heeft om te groeien. En hoe meer pensioen je straks waarschijnlijk uitgekeerd krijgt in de uitkeerfase. Zo werk je aan jouw koopkracht als gepensioneerde. Stap je iets later in? Dat kan natuurlijk ook. Bedenk wel dat je minimaal vier jaar nodig hebt om voor je pensioen te beleggen. Ga je binnen vier jaar met pensioen? Dan kun je beter sparen om nog extra pensioen op te bouwen.

Lifecycle-beleggen

Komt je pensioenleeftijd dichterbij? Dan is er minder tijd om eventuele verliezen van je beleggingen goed te maken. Daarom gebruiken we bij Nationale-Nederlanden de lifecycle-methode. Dat betekent dat we het het risico aanpassen op je leeftijd en jouw persoonlijke beleggingsprofiel. Hoe dichter je bij je pensioenleeftijd komt, hoe minder risicovol we beleggen. Zo is je aanvullend pensioen minder gevoelig voor sterke koersdalingen door onverwachte gebeurtenissen.

De zekerheid van sparen én het mogelijk hoger rendement van beleggen.

Sparen en beleggen combineren: kan dat?

Bij Aanvullende Pensioenopbouw kun je sparen en beleggen combineren. Dan kies je voor de zekerheid van sparen en een mogelijk hogere opbouw door beleggen. Binnen die combinatie kun je ook nog schuiven: iets meer sparen en minder beleggen. Of juist andersom. Bovendien kun je je keuze op elk moment aanpassen.

Meer van je geld maken ná je pensioen

Heb je de AOW-leeftijd bereikt? Dan kun je je geld maandelijks of per kwartaal laten uitkeren. Bijvoorbeeld via de Aanvullende PensioenUitkering. Maar het hóeft niet meteen. Want je kunt je extra pensioenpot laten doorgroeien. Dit kan tot zelfs vijf jaar na het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt. Zo kun je voor een nóg hoger rendement en meer koopkracht zorgen. Met beleggen kan dat sneller gaan dan met sparen.

Extra inleggen

In die vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd mag je ook nog inleggen. Je moet dan nog steeds rekening houden met je jaarruimte en/of reserveringsruimte. En wil je het aanvullend pensioen deels laten uitkeren én je geld laten doorgroeien? Ook dat kan. Zo bouw je ook op latere leeftijd nog verder aan een extra pensioenpot.

Aanvullende PensioenOpbouw: beleggen, sparen of allebei

Wil je ook pensioen opbouwen via de derde pijler, met mogelijk belastingvoordeel? Bij ons kun je op één rekening sparen én beleggen voor je pensioen. Je kiest zelf of je belegt, spaart of een combinatie maakt.

Zo werkt Aanvullende PensioenOpbouw

Meer binnen thema

Meer artikelen