Start met meten
Meet voordat je allerlei maatregelen neemt hoe gezond het klimaat in je huis nu is. Daarvoor kun je een of meer sensoren plaatsen. Deze speciale luchtkwaliteitsmeters geven bijvoorbeeld aan hoeveel fijnstof of CO2 in de lucht zit. Maar ze tonen ook de luchtvochtigheid en de temperatuur. Sommige meten zelfs licht en geluid.
Bedenk voor aanschaf dus goed wat jij precies wilt meten. Zet op een rij wat voor jou een comfortabel binnenklimaat is. Wil je niet in elke kamer een meter? Zet de sensor dan in de ruimte waar je met de meeste mensen de meeste tijd doorbrengt.
Kies bij voorkeur een model dat ook de kleinste stofdeeltjes meet. Hoe kleiner de deeltjes, hoe makkelijker ze diep in je longen kunnen doordringen. Dat is des te schadelijker voor je gezondheid.
Wist je dat...
- 90% van de blootstelling aan fijnstof plaatsvindt in gebouwen.
- 1 op de 7 woningen die TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek) onderzocht niet voldoen aan de WHO-norm (2005) voor fijnstof.
- 1 op de 3 kinderen in Nederland in een ongezond huis leeft, door vocht, schimmel, geluidsoverlast of een te lage temperatuur.
- Verhoging van de hoeveelheid ventilatie in een klaslokaal met 1 liter verse lucht per seconde per leerling de leerprestaties verbetert.
Luchten versus ventileren
Weet jij het verschil tussen luchten en ventileren? Dat zit zo.
Bij luchten creëer je een tijdelijke luchtstroom, bijvoorbeeld door ramen tegen elkaar open te zetten. Sluit je alles weer, dan is die frisse lucht binnen een half uur weer weg. Besluit je even te luchten, doe dat dan liever niet tijdens de spits. Bij bijvoorbeeld het Longfonds of in de Weer-app van je iPhone kun je de buitenlucht op jouw adres controleren.
Met ventilatie zorg je dat er continu verse lucht de woning inkomt – óók in de winter. Dat doe je bijvoorbeeld met ventilatieroosters in je ramen. Je kunt ook kiezen voor een mechanisch ventilatiesysteem.
Meer lezen over de luchtkwaliteit verbeteren?
Gezonder wonen met luchtzuiverende planten
Natuurlijke ventilatie
Bij natuurlijk ventileren denk je misschien aan een open raam. Dat klopt, maar die ventilatie gebeurt ook via naden, kieren, spleten en roosters.
Zorg ervoor dat de ventilatieroosters open staan, als het kan 24 uur per dag. Vergeet ook niet de roosters regelmatig schoon te maken.
Ventileer je niet genoeg, dan kan de luchtvochtigheid in huis toenemen. Vochtproblemen kunnen leiden tot schimmels. Ook huisstofmijt is dol op luchtvochtigheid. De luchtvochtigheid in huis ligt tussen de 40 en 60%, onder normale omstandigheden. Is in bijvoorbeeld de winter de lucht wat droger? Dan is dat niet direct slecht voor je. Je hoeft dus niet een luchtbevochtiger te installeren.
Energiezuinige ventilatie
Ventileren kost energie. Bijvoorbeeld doordat het ventilatiesysteem energie nodig heeft. Probeer het energieverlies te beperken. Dat kan bijvoorbeeld met zelfregelende roosters in je ramen. Waait het hard, dan komt er via deze roosters minder koude lucht binnen.
Interessant is ook een ventilatiesysteem met warmteterugwinning (wtw). Een CO2-meter bepaalt dan hoe hard de ventilator draait. Je verliest ook minder warmte. Het systeem zal koudere ventilatielucht namelijk verwarmen als het binnenkomt.
Meer praktische tips over ventilatie vind je bijvoorbeeld op de site van GGD Leefomgeving en bij Milieu Centraal.