Ga direct naar inhoud

Wat is vermogensbelasting?

Als je vermogen hebt, betaal je daar vanaf een bepaald bedrag belasting over. Dit noemen we vermogensbelasting, vermogens­rendementsheffing, spaartax of box-3 heffing. Veel mensen betaalden echter meer belasting dan ze aan rendement maakten op hun vermogen. Daar komt nu verandering in. Want eind 2021 bepaalde de Hoge Raad dat de manier waarop de vermogensbelasting werd berekend in sommige gevallen oneerlijk is. In dit artikel leggen we uit wat vermogensbelasting is en wat de gevolgen zijn van de uitspraak van de Hoge Raad.

Vermogensbelasting 2022

De Belastingdienst gaat er vanuit dat je met je vermogen een deel spaart en een deel belegt. Dat noemen ze de vermogensmix. Ook veronderstellen ze dat je een bepaald rendement haalt met je vermogen. Bijvoorbeeld omdat je rente ontvangt over je spaargeld of omdat je beleggingen geld opleveren. Op die manier verdien je geld aan je vermogen. Of anders gezegd, je hebt inkomsten uit je vermogen in box-3.

De Belastingdienst noemt dit je voordeel uit sparen en beleggen. Over dit voordeel betaal je belasting. In de volksmond wordt dit vaak de vermogensbelasting genoemd. Maar dit klopt dus niet helemaal, want je betaalt geen belasting over je vermogen. Je betaalt belasting over het veronderstelde rendement op je vermogen. Of met een duur woord het fictieve rendement op je vermogen. De officiële term is daarom vermogensrendementsheffing.

Veranderingen door uitspraak Hoge Raad

Met het betalen van vermogensbelasting op basis van dit fictieve rendement was een groep belastingbetalers het niet eens. In de praktijk werd dit fictieve rendement namelijk vaak niet gehaald. Veel mensen betaalden daardoor meer belasting dan ze aan rendement haalden op hun vermogen. Daarom zijn ze een procedure gestart tegen de box-3 heffing op basis van fictieve rendementen. Op 24 december 2021 deed de Hoge Raad, de hoogste rechter in ons land, uitspraak. De rechters bepaalden dat de box-3 heffing in strijd was met het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De belastingbetalers kregen dus gelijk.

Het Kabinet wil daarom vanaf 2026 een nieuwe belasting invoeren op basis van het rendement dat je echt behaalt. Dat is niet zo eenvoudig en kost tijd. Voor de jaren 2023, 2024 en 2025 is er dus gekozen voor een tijdelijke oplossing. En er wordt in sommige gevallen een nieuwe berekening gemaakt voor de periode 2017 t/m 2022. Verderop in dit artikel leggen we dit per periode aan je uit.

Je vermogen = je bezittingen – je schulden

Over welk deel van je vermogen betaal je eigenlijk vermogensrendementsheffing? Je vermogen bestaat uit je bezittingen min je schulden.

De belangrijkste bezittingen zijn:

  • Het geld op je spaar- en betaalrekeningen;
  • Je beleggingen;
  • Een tweede woning of een huis dat je verhuurt.

Niet al je bezittingen hoef je op te geven als vermogen in box 3. Zoals je eigen woning, de inboedel van je woning, je auto, je pensioen, je lijfrenten en (tot een bepaald maximumbedrag) groene beleggingen.

Heb je schulden? Die mag je van je bezittingen aftrekken, behalve de hypotheekschuld van je eigen woning. Ook moeten je schulden boven een drempelbedrag uitkomen. In 2023 is de schuldendrempel € 3.400,-. Pas als je schulden hoger zijn dan dat bedrag, mag je ze van je bezittingen aftrekken. Heb je het hele jaar een fiscaal partner? Dan is in 2023 de schuldendrempel € 6.800,-.

Hoeveel vermogen mag je belastingvrij hebben?

Je geeft je vermogen op in box 3 bij je jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst werkt met een peildatum. Dit is altijd 1 januari van het jaar waarover je aangifte doet. Je hoeft niet over het rendement op heel je vermogen belasting te betalen. Het eerste gedeelte is heffingsvrij vermogen. Of zoals dat vaak genoemd wordt: belastingvrij. In 2023 is het heffingsvrije vermogen zonder fiscale partner € 57.000,- en met fiscale partner € 114.000,-.

Komt je vermogen boven het belastingvrije bedrag uit? Dan noemt de Belastingdienst dat hogere deel van je vermogen de grondslag sparen en beleggen. Over deze grondslag wordt je voordeel uit sparen en beleggen berekend. Dit voordeel wordt ook wel je box-3 inkomen genoemd. En over dat voordeel betaal je belasting.

Internetsparen

Wil je ook vermogen opbouwen? Open gratis een internetspaarrekening bij Nationale-Nederlanden.

Lees meer over Internetsparen

2017 - 2022: nieuwe en oude rekenmethode naast elkaar

Onderdeel van het Belastingplan 2023 is o.a. de Wet rechtsherstel box 3. Daarin staat dat belastingplichtigen die bezwaar aantekenden over de jaren 2017 t/m 2020 een nieuwe berekening van hun box-3 inkomen krijgen. Dit geldt ook voor alle belastingaanslagen die nog niet onherroepelijk vaststonden. Waaronder de aanslagen over de jaren 2021 en 2022.

De belasting die je betaalt volgens de nieuwe berekening wordt vergeleken met de belasting volgens de oude berekening. Je betaalt van deze twee bedragen het laagste bedrag. De Belastingdienst maakt deze berekening automatisch. Je hoeft hier zelf dus niks voor te doen.

De nieuwe rekenmethode is vooral voordeliger voor mensen met in verhouding veel spaargeld. Over het spaargeld betaal je bij de nieuwe methode namelijk minder belasting. Dit is ook eerlijker als je kijkt naar het werkelijke rendement dat je over je spaargeld krijgt.

Hoe werkt de nieuwe rekenmethode?

Twee belangrijke veranderingen in de nieuwe berekening van het box 3-inkomen ten opzichte van de oude berekening zijn:

  • De Belastingdienst gaat uit van de werkelijke verdeling van je vermogen. Daarbij wordt je vermogen verdeeld in drie groepen: spaargeld, overige bezittingen en schulden. Overige bezittingen zijn al je bezittingen behalve je spaargeld. Er wordt niet meer gerekend met een vaste vermogensmix (een fictieve verdeling tussen spaargeld en beleggingen). Had je dus bijvoorbeeld alleen spaargeld? Dan wordt er niet meer gerekend alsof je een deel van je vermogen belegde.

  • Er worden fictieve rendementen gebruikt die dichter bij de werkelijkheid liggen. Voor spaargeld is dat de gemiddelde rente in dat belastingjaar. Voor beleggingen en overige bezittingen is dat het meerjarig gemiddelde rendement. En voor schulden gaat de Belastingdienst uit van de gemiddelde rente op hypotheekschulden.

In de tabel hieronder staan de percentages die de Belastingdienst per categorie hanteert.

Categorie 2022 2021 2020 2019 2018 2017
Spaargeld 0,00% 0,01% 0,04% 0,08% 0,12% 0,25%
Beleggingen/andere bezittingen 5,53% 5,69% 5,28% 5,59% 5,38% 5,39%
Aftrekbare schulden - 2,28% - 2,46% - 2,74% - 3,00% - 3,20% - 3,43%

De nieuwe berekening werkt als volgt. Eerst bereken je je voordeel uit sparen en beleggen, ofwel je box-3 inkomen. Dat kun je zelf doen, of met het hulpmiddel van de Belastingdienst.

Zelf uitrekenen van je box-3 inkomen doe je in vijf stappen:

  1. Bereken je totale rendement. Dit doe je door je vermogen per categorie te vermenigvuldigen met de percentages uit bovenstaande tabel. Daarna tel je het rendement op spaargeld en dat op beleggingen/andere bezittingen bij elkaar op. En trek je het rendement op aftrekbare schulden daar vervolgens vanaf.
  2. Bereken je vermogen. Dat doe je door alle soorten vermogen bij elkaar op te tellen en daar de schulden die boven de schuldendrempel uit komen vanaf te trekken.
  3. Bereken je grondslag sparen en beleggen. Dat doe je door van je hiervoor berekende vermogen het heffingsvrij vermogen af te trekken.
  4. Bereken je rendementspercentage. Dat doe je door het totale rendement te delen door je vermogen. Dat getal vermenigvuldig je met 100.
  5. Bereken je voordeel uit sparen en beleggen. Dit doe je door je grondslag sparen en beleggen te vermenigvuldigen met je rendementspercentage.

Over dit box-3 inkomen betaal je belasting. Over 2021 en 2022 is dat 31%. En over de jaren 2017 tot en met 2020 betaal je 30% belasting.

Een rekenvoorbeeld over 2021

Mevrouw Jansen heeft op 1 januari 2021 de volgende bezittingen in box 3: € 100.000,- spaargeld en € 100.000,- beleggingen. Het heffingsvrij vermogen 2021 in was € 50.000,-.

De nieuwe berekening van de box 3-heffing is in dit geval:

  • Totaal rendement: € 100.000,- * 0,01% + € 100.000,- * 5,69% = € 5.700,-
  • Vermogen: € 100.000,- + € 100.000,- = € 200.000,-
  • Grondslag sparen & beleggen: € 200.000,- -/- € 50.000,- = € 150.000,-
  • Rendementspercentage: € 5.700,- / € 200.000,- = 2,85%
  • Voordeel uit sparen en beleggen: 2,85% * € 150.000,- = € 4.275,-
  • Te betalen belasting in box 3: € 4.275,- x 31% = € 1.325,-


De oude berekening van de box-3 heffing ging uit van een vaste verdeling van je vermogen tussen sparen en beleggen. De vaste vermogensmix. Dit zie je in de tabel hieronder. Voor sparen werd een fictief rendement van 0,03% gehanteerd en voor beleggen 5,69%.

Schijf Bedragen Vaste vermogensmix
Schijf 1 € 0,- tot € 100.000,- 67% sparen en 33% beleggen
Schijf 2 € 100.000,- tot € 1.000.000,- 21% sparen en 79% beleggen
Schijf 3 meer dan € 1.000.000,- 100% beleggen

De oude berekening is dus in dit geval:

  • Grondslag sparen: 67% * (€ 100.000,- -/- € 50.000,-) + 21% * € 100.000,- = € 54.500,-
  • Grondslag beleggen: 33% (€ 100.000,- -/- € 50.000,-) + 79% * € 100.000,- = € 96.000,-
  • Fictief rendement sparen = 0,03% * € 54.500,- = € 16,35
  • Fictief rendement beleggen = 5,69% * € 96.000,- = € 5.433,95
  • Voordeel uit sparen en beleggen = € 16,35 + € 5.433,95 = € 5.450,30
  • Te betalen belasting in box 3 = € 5.450,30 * 31% = € 1.689,-

Het voordeel uit sparen en beleggen in de nieuwe berekening is dus lager dan volgens de oude berekening. Daarom wordt het berekende voordeel uit sparen en beleggen voor mevrouw Jansen door de Belastingdienst vastgesteld op het lagere voordeel van € 4.275,-. Ze betaalt dus € 1.325,- vermogensbelasting over 2021.

2023 - 2025: alleen nog de nieuwe rekenmethode

Voor 2023, 2024 en 2025 geldt de Overbruggingswet. Het box-3 inkomen wordt tijdens deze periode alleen nog berekend op basis van de hiervoor beschreven nieuwe rekenmethode. Er wordt geen vergelijking meer gemaakt met de oude rekenmethode.

In 2023 betaal je over je box-3 inkomen 32% belasting. In 2024 is dit 33% en vanaf 2025 zelfs 34%.

Vanaf 2026: belasting op werkelijk rendement

In de rekenmethode voor de periode 2023, 2024 en 2025 komt het werkelijk behaalde rendement al dichterbij dan in de oude manier van berekenen. Maar nog steeds wordt er gerekend met een fictief rendement. Zo is er nog altijd een verschil met het werkelijke rendement dat iemand heeft behaald.

De regering werkt op dit moment aan een belastingstelsel dat wél gebaseerd is op het werkelijk behaalde rendement. Het Kabinet is van plan dit nieuwe box-3 stelsel vanaf 2026 in te voeren. Of een box 3-heffing op basis van werkelijk rendement er ook echt komt, is nog niet duidelijk. Het is heel moeilijk om dat in de praktijk goed uit te voeren. Er wordt daarom gekeken naar andere manieren om te rekenen met een rendement dat zo dicht mogelijk in de buurt komt van het werkelijke rendement. Dus een verdere verfijning van de nieuwe rekenmethode zoals hiervoor beschreven.

Goed om te weten

Tip: bedenk of je misschien een deel van je vermogen wil schenken. Geef bijvoorbeeld je (klein)kind een financieel duwtje in de rug voor een woning of studie. Let dan wel op deze belastingregels.


Wil je meer weten?