Per 1 januari 2012 is de levensloopregeling afgeschaft en is een overgangsregeling ingevoerd. Deze overgangsregeling is van toepassing op deelnemers met een saldo van € 3.000,- of meer op 31 december 2011.
Op 1 november 2021 eindigt deze overgangsregeling. Dit heeft gevolgen voor jou. Het saldo op je levenslooprekening wordt dan belast. Hieronder lees je meer over de gevolgen.
Op 1 januari 2012 is de levensloopregeling afgeschaft. Voor de deelnemers aan de levensloopregeling is er een overgangsregeling. Deze eindigt op 1 november 2021. Het saldo op je rekening op 1 november 2021, is dan belast. Het saldo bestaat uit je opgebouwde spaargeld inclusief de opgebouwde maar nog niet bijgeschreven rente. Nationale-Nederlanden moet over dit saldo loonheffing inhouden en afdragen aan de Belastingdienst. Als het saldo minder bedraagt dan € 68.507,- houden wij 37,10% op het gehele saldo in. Is het saldo hoger, dan houden wij 49,50% op het gehele saldo in*. Over het resterende bedrag na loonheffing kun je vrij beschikken. Dit netto bedrag valt vanaf 2022 onder de vermogensrendementsheffing van box 3.
* De bedragen en percentages voor 2021 zijn onder voorbehoud. Ze zijn nog niet definitief vastgesteld.
De inkomstenbelastingheffing kent twee tarieven. In 2021 is het basistarief 37,10%. Het hoge tarief is 49,50%. Dat hoge tarief geldt voor een inkomen in box 1 (werk en woning) vanaf € 68.507,-. Het saldo op je levenslooprekening hoort tot dit box 1-inkomen. Door de vrijval van dit saldo heb je in 2021 mogelijk een piek in je inkomen. Boven € 68.507,- is dit inkomen belast tegen 49,50%.
Door de vrijval van de levensloopaanspraak kan er in 2021 een piek in het inkomen ontstaan. Mogelijk betaal je dan meer belasting dan wanneer je dat inkomen gelijkmatig verdeeld zou hebben gekregen. Om dit nadelige effect af te zwakken kun je de Belastingdienst verzoeken de middelingsregeling toe te passen. Met middeling wordt het gemiddelde belastbaar inkomen over drie aaneengesloten belastingjaren bepaald en daarover wordt de verschuldigde inkomstenbelasting berekend. Deze berekening kan leiden tot een belastingteruggaaf. Kijk voor meer informatie over middeling op de website van de Belastingdienst.
Een belastingplichtige heeft, afhankelijk van de persoonlijke situatie, recht op heffingskortingen. Dat zijn kortingen op te betalen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De meeste heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk. Dat zijn de algemene heffingskorting, de arbeidskorting, de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de ouderenkorting. Deze heffingskortingen nemen af, tot nihil, naarmate het inkomen hoger is. Alleen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting geldt dat deze stijgt naarmate het inkomen toeneemt, maar deze heffingskorting bedraagt maximaal € 2.768,-**. Of je voor één of meer heffingskortingen in aanmerking komt, kun je nagaan op de website van de Belastingdienst.
** Dit is het op grond van het Belastingplan 2021 voor 2021 geldende maximum. Het bedrag staat op dit moment echter nog niet definitief vast.
Mogelijk kom je ook nog in aanmerking voor de levensloopverlofkorting. Ook hierover kun je meer informatie terugvinden op de website van de Belastingdienst.
Nationale-Nederlanden mag bij de loonheffing over het saldo op je levenslooprekening geen rekening houden met een of meer van deze heffingskortingen. Voor zover je daarvoor in aanmerking komt, kun je daar een beroep op doen in je aangifte inkomstenbelasting over 2021.
Vraag je voor 2021 een voorlopige aanslag of voorlopige teruggaaf aan? Houd dan rekening met de vrijval van het saldo op je levenslooprekening.
Bepaalde regelingen zijn afhankelijk van de hoogte van je inkomen. Bijvoorbeeld toeslagen, zoals de huurtoeslag en de zorgtoeslag. Als je inkomen hoger zijn, zijn de toeslagen lager of vervallen helemaal. De vrijval van het saldo op je levenslooprekening heeft gevolgen voor deze toeslagen in 2021. Het is verstandig om daar rekening mee te houden. Dat kan bij de aanvraag maar ook door een lopende toeslag stop te zetten of te wijzigen. Zo voorkom je dat je toegekende toeslagen achteraf geheel of gedeeltelijk moet terugbetalen. Zie voor meer informatie over toeslagen de website van de Belastingdienst.
Ook socialezekerheidsuitkeringen kunnen inkomensafhankelijk zijn. Als jij of je partner een socialezekerheidsuitkering ontvangt, kijk dan goed of de vrijval van het saldo op je levenslooprekening gevolgen heeft voor deze uitkeringen. Dat is bijvoorbeeld het geval als je een Anw-uitkering of een IOW-uitkering ontvangt. De instantie van wie jij of je partner deze uitkering ontvangt, kan je hier meer over vertellen.
Er zijn nog meer inkomensafhankelijke regelingen, zoals gesubsidieerde rechtsbijstand of woonkostentoeslag. De vrijval van het saldo op je levenslooprekening kan gevolgen hebben voor deze regelingen.
Bij wijze van hoofdregel moet Nationale-Nederlanden op uitkeringen, zoals lijfrente- en pensioentermijnen, een bijdrage Zorgverzekeringswet inhouden. Bij de vrijval van het saldo op je levenslooprekening geldt dat niet. Nationale-Nederlanden houdt hierbij dus geen bijdrage Zorgverzekeringswet in. Ook hoef je zelf over het vrijgevallen saldo op je levensloopregeling geen bijdrage Zorgverzekeringswet te betalen.
In de loop van 2021 ontvang je meer informatie van ons over de afwikkeling van de levensloopregeling.
Er is geen nieuwe inleg mogelijk bij een Levensloopsaldo lager dan € 3.000,- op 31 december 2011. Had je op 31 december 2011 een Levensloopsaldo dat lager was dan € 3.000,- dan heb je jouw saldo in 2013 in één keer uitbetaald gekregen (na verrekening met de te betalen loonbelasting). Hierbij is over 80% van het saldo op 31 december 2011 loonbelasting geheven (er was dus een vrijstelling van 20%). Sparen in de levensloopregeling was daarna niet meer mogelijk.
Nieuwe inleg blijft mogelijk bij een Levensloopsaldo hoger dan € 3.000,- op 31 december 2011. Had je op 31 december 2011 een saldo van € 3.000,- of meer, dan kun je in de levensloopregeling blijven sparen. Dit kan tot en met 31 oktober 2021, onder dezelfde voorwaarden. Daarbij kun je echter geen levensloopkorting (korting op de loonbelasting) meer opbouwen.
Met het opnameformulier kun je - bij de beëindiging van de levensloopregeling - het volledige saldo in één keer opnemen. Wij maken het bruto bedrag dan aan je werkgever over. Je werkgever is verantwoordelijk voor het inhouden en afdragen van de loonheffingen en het uitbetalen van het saldo aan de deelnemer. Besluit je als deelnemer om het hele levensloopsaldo op te nemen en te stoppen met inleggen? Informeer je werkgever hier dan ook over.
Als je op dit moment geen werkgever hebt, kun je gebruik maken van het opnameformulier 'Levensloop zonder werkgever'. Vanaf 1 januari 2021 kun je alleen het volledige saldo opnemen. Als je het opnameformulier invult, heffen we je levensloopplan op. We maken het volledige saldo direct aan jou over en houden daarbij de loonheffingen in. Je vindt het formulier onderaan deze pagina.
Wanneer je een werkgever hebt, kun je ook vanuit je Levensloopplan een periodieke uitkering aanvragen. Wij maken dan het door jouw aangegeven bedrag periodiek aan je werkgever over. Dit kan uiterlijk tot en met 31 oktober 2021. Je kunt dit in het opnameformulier aangeven. Je vindt het formulier onderaan deze pagina.
De levensloopregeling eindigt op 1 november 2021. Het levenslooptegoed dat op dat moment nog uitstaat, wordt belast. Nationale-Nederlanden moet over het uitstaande tegoed loonheffing inhouden en afdragen aan de Belastingdienst. Je kunt vrij beschikken over het resterende bedrag.
Beleg je met je NN Levensloopplan? Dan is het belangrijk dat je jouw beleggingen verkoopt, zodat wij je rekening eind 2021 kunnen belasten. Je hebt tot 1 oktober 2021 de tijd om je beleggingen te verkopen. Kies hiervoor het moment dat voor jou het beste is. De opbrengst van de verkoop maken we over naar het spaardeel van je rekening.
Verkoop je jouw beleggingen niet voor 1 oktober 2021, dan verkopen wij je beleggingen daarna voor jou. Je hoort van ons wanneer we dat precies doen. Als je in september 2021 nog beleggingen op je NN Levensloopplan hebt, ontvang je van ons opnieuw een bericht ter herinnering. Vanaf 1 oktober 2021 kun je niet meer beleggen op deze rekening.
Vanaf 1 januari 2012 kan een werkgever geen nieuwe deelnemers meer aanmelden voor de levensloopregeling. Het saldo op de levenslooprekening op 31 december 2011 bepaalt welke mogelijkheden een deelnemer heeft.
Deze deelnemers kunnen:
Met het opnameformulier kunnen deelnemers - bij het beëindigen van de levensloopregeling - het volledige saldo in één keer opnemen. Wij maken het bruto bedrag aan jou over. Je bent als werkgever verantwoordelijk voor het inhouden en afdragen van de loonheffingen en voor het uitbetalen van het resterende saldo aan de deelnemer.
Met het opnameformulier kunnen deelnemers ook over het saldo een periodieke uitkering aanvragen. Wij maken dan periodiek de bruto bedragen aan jou over. Je bent als werkgever verantwoordelijk voor het inhouden en afdragen van loonheffingen en het uitbetalen van de periodieke uitkeringen aan de deelnemer. Periodiek uitkeren kan uiterlijk tot en met 31 oktober 2021.
De levensloopregeling eindigt op 1 november 2021. Het levenslooptegoed dat op dat moment nog uitstaat, wordt belast. Nationale-Nederlanden moet over het uitstaande tegoed loonheffing inhouden en afdragen aan de Belastingdienst. De deelnemer kan vervolgens vrij beschikken over het resterende bedrag. Je hebt als werkgever hier verder geen omkijken naar.
De levensloopregeling is een regeling waarmee je een deel van je brutosalaris opzij kon zetten voor onbetaald verlof, om eerder met pensioen te gaan of voor extra inkomen tijdens je pensioen. De regeling is afgeschaft per 1 januari 2012. Voor bestaande deelnemers is er een overgangsregeling. Had je op 31 december 2011 € 3.000,- of meer aan levenslooptegoed opgebouwd? Dan kun je blijven doorsparen tot en met 31 oktober 2021. Je bouwt alleen sinds 1 januari 2012 geen levensloopverlofkorting meer op.
Per 1 november 2021 vervalt de levensloopregeling helemaal. Heb je jouw tegoed dan nog niet opgenomen? Dan moet Nationale-Nederlanden over het uitstaande tegoed loonheffing inhouden en afdragen. Je kunt vrij beschikken over het resterende bedrag.
Per jaar kun je maximaal 12% van je brutosalaris sparen. Dit maximum geldt niet als je bent geboren in de periode 1950 – 1954.
Je mag sparen tot er maximaal 210% van je laatstverdiende bruto jaarsalaris op je Levensloopregeling(en) staat. Heb je een bedrag van je levenslooprekening opgenomen? Dan mag je daarna weer sparen tot het maximum.
Je spaargeld is beschermd door het depositogarantiestelsel. Er geldt een maximale garantie van € 100.000,- per persoon voor het totale spaarbedrag dat je bij Nationale-Nederlanden Bank heeft.
Als je belegt, loop je altijd risico. De waarde van een fonds schommelt dagelijks. Stop je met beleggen? Dan kan de waarde van je beleggingen hoger of lager zijn dan je originele inleg.
Je betaalt geen vermogensrendementsheffing over het geld op je Nationale-Nederlanden Levensloopplan. Neem je jouw levenslooptegoed op? Dan betaal je wél inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen.
Over het geld op je Nationale-Nederlanden Levensloopplan ontvang je een variabele rente. Als je de beleggingsvariant hebt van het Nationale-Nederlanden Levensloopplan, dan kun je er ook voor kiezen om (een deel van) je geld te beleggen. Je kunt kiezen uit meerdere beleggingsfondsen.
Beleggen brengt kosten met zich mee. Deze kosten bestaan uit de kosten die wij bij jou in rekening brengen, de mogelijke in- en uitstapkosten voor de beleggingsfondsen waarin wij voor jou beleggen (dit zijn samen de kosten van beleggen) en de kosten van de beleggingsfondsen waarin wij voor jou beleggen. Je betaalt ons een servicebedrag over je belegd vermogen. Wij rekenen geen kosten voor transacties, het storten of opnemen van geld en het eventueel opzeggen van je levenslooprekening. De in- en uitstapkosten en de kosten voor de beleggingsfondsen waarin wij voor jou beleggen betaal je aan de fondsbeheerder of aan het beleggingsfonds. Zij bepalen ook de hoogte van deze kosten.
Per jaar betaal je aan ons een servicebedrag van 0,55% van de waarde van jouw belegd vermogen op je Nationale-Nederlanden Levensloopplan. Je betaalt nooit meer dan € 350,- per kwartaal.
Iedere maand berekenen we de kosten. Om dat te doen bepalen we de waarde van jouw belegd vermogen aan het einde van de maand. Over deze waarde berekenen we de kosten.
We tellen de berekende kosten per maand elk kwartaal bij elkaar op. Op de eerste dag van een kwartaal schrijven we de kosten voor het vorige kwartaal af van je levenslooprekening. Als er op dat moment onvoldoende liquide saldo op je levenslooprekening staat om deze kosten te betalen, dan verkopen we een deel van jouw beleggingen. Met de opbrengst hiervan betaal je dan deze kosten.
De aanbieders van de beleggingsfondsen waarin je kunt beleggen, maken ook kosten. De kosten verschillen per beleggingsfonds en zijn verwerkt in de koers van het fonds. In mijn.nn vind je per fonds een link naar het Essentiële-informatiedocument (Eid) met daarin de kosten van het fonds. Nationale-Nederlanden ontvangt geen vergoedingen van de beleggingsfondsen waarin je belegt.
Er zijn eenmalige kosten, lopende kosten, transactiekosten en incidentele kosten.
Eenmalige kosten zijn kosten die je betaalt bij het aan- en verkopen van beleggingen, zoals een instap- of uitstapvergoeding.
Lopende kosten zijn kosten die in de loop van een jaar worden afgetrokken van de waarde van een fonds. Fondsbeheerders brengen kosten in rekening voor het beheer van het fonds. Daarnaast maken zij allerlei operationele kosten, onder andere voor administratie, marketing, bewaren van beleggingen en toezicht.
Het fonds maakt transactiekosten voor het aan- en verkopen van beleggingen zoals aandelen en obligaties.
Sommige fondsen kennen een prestatievergoeding die alleen in rekening wordt gebracht als het fonds beter presteert dan de benchmark.
In de twee rekenvoorbeelden zie je de totale kosten die je per jaar betaalt.
Stel, je hebt € 3.000,- belegd, verdeeld over drie fondsen (elk € 1.000,-). Je doet geen aan- en verkopen in het jaar.
Kosten voor onze dienstverlening (Directe kosten) | Percentage | Bedrag |
---|---|---|
Servicekosten Nationale-Nederlanden Bank | 0,55% | € 16,50 |
Subtotaal onze dienstverlening | 0,55% | € 16,50 |
Fondskosten (Indirecte kosten)* | ||
NN Europa Duurzaam Aandelen Fonds | ||
Lopende kosten | 0,68% | € 6,80 |
Transactiekosten | 0,23% | € 2,30 |
Subtotaal NN Europa Duurzaam Aandelenfonds | 0,91% | € 9,10 |
NN Dynamic Mix Fund II | ||
Lopende kosten | 0,56% | € 5,60 |
Transactiekosten | 0,08% | € 0,80 |
Subtotaal NN Dynamic Mix Fund II | 0,64% | € 6,40 |
NN Euro Rente Fonds | ||
Lopende kosten | 0,42% | € 4,20 |
Transactiekosten | 0,02% | € 0,20 |
Subtotaal NN Euro Rente Fonds | 0,44% | € 4,40 |
Subtotaal fondskosten | 0,66% (gemiddeld) | € 19,90 |
Totale kosten beleggen | 1,21% | € 36,40 |
Bekijk de invloed van de kosten op het rendement in de pdf.
Stel, je hebt € 50.000,- belegd, verdeeld over vijf fondsen (elk € 10.000,-). Je doet geen aan- en verkopen in het jaar.
Directe kosten | Percentage | Bedrag |
---|---|---|
Servicekosten Nationale-Nederlanden Bank | 0,55% | € 275,00 |
Subtotaal onze dienstverlening | 0,55% | € 275,00 |
Fondskosten (Indirecte kosten)* | ||
NN Europa Duurzaam Aandelen Fonds | ||
Lopende kosten | 0,68% | € 68,00 |
Transactiekosten | 0,23% | € 23,00 |
Subtotaal NN Europa Duurzaam Aandelenfonds | 0,91% | € 91,00 |
NN Dynamic Mix Fund II | ||
Lopende kosten | 0,56% | € 56,00 |
Transactiekosten | 0,08% | € 8,00 |
Subtotaal NN Dynamic Mix Fund II | 0,64% | € 64,00 |
NN Hoog Dividend Aandelen Fonds | ||
Lopende kosten | 0,83% | € 83,00 |
Transactiekosten | 0,11% | € 11,00 |
NN Hoog Dividend Aandelen Fonds | 0,94% | € 94,00 |
BNP Paribas ESG Netherlands Index Fund | ||
Lopende kosten | 0,37% | € 37,00 |
Transactiekosten | 0,17% | € 17,00 |
BNP Paribas ESG Netherlands Index Fund | 0,54% | € 54,00 |
Robeco Global Total Return Bond Fund | ||
Lopende kosten | 0,56% | € 56,00 |
Transactiekosten | 0,26% | € 26,00 |
Robeco Global Total Return Bond Fund | 0,82% | € 82,00 |
Subtotaal fondskosten | 0,77% (gemiddeld) | € 385,00 |
Totale kosten beleggen | 1,32% | € 660,00 |
Bekijk de invloed van de kosten op het rendement in de pdf.
* Peildatum december 2018. De fondskosten zijn overgenomen uit de EMT (European Mifid Template) van de fondsbeheerder.
Je kunt je tegoed op elk moment opnemen. Je bepaalt zelf waar je het aan uitgeeft. Dat hoeft dus niet meer voor verlof of pensioen te zijn. De uitbetaling loopt via je werkgever. Heb je geen werkgever meer? Dan loopt de uitbetaling via Nationale-Nederlanden Bank.
Neem je (een deel van) je tegoed op? Dan loopt de uitbetaling via je werkgever of oud-werkgever. Deze houdt loonheffingen in over het bedrag dat je opneemt. Heb je nog recht op levensloopverlofkorting? Dan verrekent je werkgever dat bij de uitkering.
Je betaalt geen vermogensrendementsheffing over het geld op je Nationale-Nederlanden Levensloopplan. Neem je jouw levenslooptegoed op? Dan betaal je wél inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen.
De levensloopregeling eindigt op 1 november 2021. Het levenslooptegoed dat op dat moment nog uitstaat, wordt belast. Nationale-Nederlanden moet over het uitstaande tegoed loonheffing inhouden en afdragen aan de Belastingdienst. Je kunt vrij beschikken over het resterende bedrag.
Met een onafhankelijk adviseur kijk je samen naar welk product bij je past.