Willem (63) is gestopt met werken. Hij ontvangt vanaf 67 jaar AOW. Tot die tijd wil hij zijn inkomen aanvullen. Binnenkort komt een lijfrenteverzekering (oud regime) vrij. Willem vraagt zich af of hij deze dan direct zal uit laten keren of dat hij zijn spaargeld zal gebruiken om van te leven tot zijn AOW-leeftijd. Welke looptijd kan hij kiezen en wat is voordelig qua belasting?
Willem heeft een aantal mogelijkheden met zijn lijfrenteverzekering oud regime:
Willem mag zijn lijfrenteverzekering in één keer uit laten keren. De eenmalige uitkering wordt direct belast. De hoogte van de belasting is afhankelijk van zijn totale inkomsten (in box 1). Er is geen revisierente verschuldigd bij afkoop van een oud regime lijfrente. Willem wil voorkomen dat zijn uitkering in de hoogste belastingschijf belast wordt. Het kan daarom handiger zijn om het lijfrentekapitaal niet in één keer, maar in meerdere jaren uit te laten keren.
Willem kan kiezen om het bedrag periodiek uit te laten keren met een bankspaarproduct. Hij verliest hiermee wel zijn oud regime rechten en mag bijvoorbeeld niet boven een maximaal bedrag per jaar laten uitkeren. Hij mag op zijn 63e wel al starten met uitkeren. Hij hoeft dan niet te wachten tot zijn AOW-leeftijd. Maar hierdoor is de looptijd van de uitkering minimaal 20 jaar plus het aantal hele jaren dat hij jonger is dan zijn AOW-leeftijd, in zijn geval 24 jaar.
Na zijn AOW-leeftijd betaalt Willem over zijn inkomen (in box 1) een lager tarief in de eerste belastingschijf, omdat hij geen AOW-premie meer verschuldigd is. Hij moet hier rekening mee houden omdat dit effect heeft op zijn totale netto uitkering.
Willem kan ook zijn spaargeld gebruiken om van te leven tot zijn AOW-leeftijd (67 jaar). Zijn lijfrentekapitaal kan hij dan stallen in een rekening Aanvullende PensioenOpbouw, waarbij hij nog een aantal jaren een rente ontvangt over het saldo. Hiermee vervallen de oud regime rechten en kan hij bijvoorbeeld het lijfrentekapitaal niet meer in één keer laten uitkeren. Als hij na zijn AOW-leeftijd wil starten met periodiek uitkeren, dan kan dat met een bankspaarproduct en geldt er een minimale looptijd van vijf jaar.
Combinaties van de hiervoor genoemde drie opties zijn natuurlijk ook mogelijk.
Pensioeninkomen vanaf AOW-leeftijd per jaar:
€ 40.000,- bruto (pensioen en AOW).
Spaargeld:
€ 60.000,-
Opgebouwd lijfrentekapitaal dat nu vrijkomt:
€ 71.000,-
Benodigd inkomen per maand:
€ 2.000,- netto
Willem kan de fiscale gevolgen van de mogelijkheden niet goed overzien.
Willem kiest ervoor om advies in te winnen.