2 september 2019
De rente staat op een historisch laag niveau. De Nederlandse overheid krijgt geld toe op staatsleningen die nu worden uitgegeven en Europese banken die geld bij de Europese centrale bank (ECB) stallen, moeten daarvoor 0,4% rente betalen. De verwachting is dat dit percentage nog verder oploopt.
Om de huidige renteontwikkeling goed te begrijpen moet je onderscheid maken tussen de geldmarktrente en de kapitaalmarktrente. De geldmarktrente gaat over de rentetarieven met een looptijd tot twee jaar. De kapitaalmarktrente gaat over de rentetarieven met een langere looptijd. Belangrijke ijkpunten zijn dan 2, 10 en 30 jaar.
Centrale banken kunnen de korte rente beïnvloeden. Dat doen zij onder meer door de voorschotrente te veranderen. Voorschotrente is de rente die banken betalen aan hun centrale bank als zij geld lenen. Centrale banken hebben veel minder invloed op de lange rente. Deze lange rente hangt vooral af van vraag en aanbod en dat laat zich moeilijk sturen. Wel proberen centrale bankiers de lange rente kunstmatig laag te houden door het opkopen van langlopende obligaties. Hierdoor stijgen de koersen van deze leningen en daalt daardoor de rente.
Een lage rentestand is natuurlijk voordelig voor huishoudens met schulden. Zij betalen nu bijvoorbeeld minder hypotheekrente. De lage rente heeft echter ook nadelen. Denk hierbij aan pensioenfondsen, die moeite hebben om hun pensioenverplichtingen na te komen. Of spaarders die geen of nauwelijks meer rente ontvangen.
Niet alleen de rentestand is belangrijk, ook het verschil tussen de lange en de korte rente is een belangrijk signaal voor de economie. Deze zogenoemde rentecurve is momenteel heel vlak en zit zelfs tegen invers aan. Dat laatste wil zeggen dat de korte rente hoger is dan de lange rente. Dit is nu in de Verenigde Staten al het geval.
Zo’n inverse rente is voor de economie een slecht signaal. Het duidt er onder andere op dat economische bedrijvigheid minder wordt, omdat de vraag naar kredietverlening daalt. In het verleden trad er dan ook vaak enige tijd na een inverse rentecurve een recessie op.
Dit betekent niet dat de beurzen meteen gaan dalen. Meestal zie je zelfs dat beurzen na zo’n inverse curve nog een aantal kwartalen doorstijgen. Bovendien is het lang niet zeker dat deze inverse rentecurve doorzet. Kortom, interessante tijden!
Tot nu toe heeft dit jaar het obligatiedeel uitstekende resultaten laten zien. In de wereldportefeuille bedroeg het rendement van het obligatiedeel dit jaar zelfs meer dan 9%. Nu staat de rente zodanig laag dat er weinig ruimte is voor een verdere daling. Diverse indicatoren geven aan dat de lange rente te laag staat. Dit vraagt van obligatiebeleggers de nodige flexibiliteit. Toch blijft het belangrijk om gedeeltelijk in obligaties te beleggen. Want met obligaties beperk je het risico van je beleggingsportefeuille.
Nationale-Nederlanden zorgt voor een goede spreiding in uw obligatieportefeuille over looptijden en debiteuren. En we kijken continu of de obligatiefondsen aansluiten bij de actuele economische ontwikkelingen. Daarnaast houden wij een gedeelte van uw portefeuille liquide en beleggen we bij Beheerd Beleggen onder meer ook in goud.