Ga direct naar inhoud

5 tips voor je pensioen

Regel jij je pensioenzaken zelf? Weet je wat er allemaal komt kijken bij de berekening? Je pensioen is een van de grootste veranderingen in je leven. Jij wilt een goede oplossing voor jouw persoonlijke situatie, zodat je leuke dingen kunt blijven doen na je pensioen. Wij geven je vijf tips. Met onze support kom je later niet voor onaangename verrassingen te staan.

1. Houd rekening met aftrekposten en toeslagen

Op de website mijnpensioenoverzicht.nl zie je hoeveel pensioen je maandelijks naar verwachting ontvangt en van wie. Naast een AOW-uitkering, die iedereen krijgt die in Nederland heeft gewoond of gewerkt, krijg je mogelijk pensioen van je werkgever(s). Maar reken je niet meteen rijk. Het getoonde bedrag geeft een goede indicatie, maar is niet het exacte nettobedrag dat je maandelijks op je rekening gestort krijgt. Dat komt doordat de tool bijvoorbeeld geen rekening houdt met aftrekposten, toeslagen (zoals huur- en zorgtoeslag) en belasting op eigen vermogen.

Een voorbeeld: als je je AOW-leeftijd hebt bereikt, zijn de belastingtarieven lager. Je betaalt minder belasting, maar je belastingvoordeel uit aftrekposten is dan ook minder. Hierdoor houd je in sommige gevallen dus minder geld over. En vergeet niet dat je ook over je spaargeld soms belasting moet betalen. Dit verlaagt je besteedbare inkomen ook. Daar staat tegenover dat je mogelijk recht hebt op huur- of zorgtoeslag, omdat je inkomen na je pensioen meestal lager is.

2. Denk aan de bijdrage Zorgverzekeringswet en de ouderenkorting

Heb je zelf je netto-pensioen berekend? En heb je rekening gehouden met aftrekposten, toeslagen en belasting op eigen vermogen? Dan kan je netto-pensioenuitkering toch nog lager uitvallen. Hoe dat kan? Misschien heb je de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) over je aanvullend pensioen over het hoofd gezien. Het kan ook zijn dat je op een ouderenkorting rekende, die je toch niet krijgt.

Om die eerste erbij te pakken: iedereen met een inkomen moet de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) betalen. Over je inkomen bóven de € 66.956,- (2023) hoef je geen bijdrage Zvw te betalen. Ook over je aanvullend pensioen moet je dus een gedeelte belasting betalen, namelijk 5,43% (2023) en die vergeten mensen nog weleens. Deze bijdrage verlaagt je netto-inkomen.

De ouderenkorting is een heffingskorting voor AOW’ers. Daarvoor is je ‘verzamelinkomen’ van belang. Je verzamelinkomen bestaat uit je bruto-inkomen uit werk en woning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en je belastbare inkomen uit vermogen en spaargeld (box 3), min je aftrekposten.

Als dat bedrag in 2023 niet hoger is dan € 40.889,- bedraagt de heffingskorting € 1.835,- (2023). Bij het berekenen van het verzamelinkomen worden de inkomsten onder box 2 en 3 nog weleens vergeten. Hierdoor verwachten mensen vaak onterecht dat ze ouderenkorting krijgen. Op de website van de Belastingdienst kun je checken hoeveel jouw ouderenkorting bedraagt.

Advies nodig?

Wil je weten of je je pensioen écht goed geregeld hebt? Maak een afspraak met een onafhankelijk adviseur bij jou in de buurt.

Vind een onafhankelijk adviseur

3. Wees geen dief van je portemonnee: benut je jaarruimte

Bouw je aanvullend pensioen op in een lijfrente? Dan mag je de inleg aftrekken bij je belastingaangifte. Vergeet je je inleg tijdens de opbouwfase af te trekken, dan maak je geen gebruik van de belastingaftrek. En dat is zonde, want over de latere uitkeringen van je lijfrente betaal je wel belasting. Tenzij je een saldoverklaring aanvraagt bij de Belastingdienst. Met zo’n verklaring laat je je financiële instelling weten hoeveel van de door jou betaalde premies of stortingen je niet hebt afgetrokken van je inkomen. Meer informatie hierover lees je in ons artikel Een vergissing gemaakt bij je lijfrente-aftrek. Wat nu?

Wist je dat je je partnerpensioen kunt uitruilen voor ouderdomspensioen?

Maar over het algemeen geldt: zorg dat je tijdens de opbouwfase je jaarlijkse fiscale jaarruimte benut en dat je je inleg op tijd aftrekt bij je belastingaangifte. Lees of je jaarruimte hebt en hoe je die berekent. Heb je jaarruimte, maar heb je die niet benut? Dan kun je deze alsnog gebruiken tot tien jaar nadat deze is ontstaan. Dat heet reserveringsruimte.

4. Kijk eens goed naar je partnerpensioen: uitruilen of niet?

Wist je dat je je partnerpensioen (nabestaandenpensioen) kunt uitruilen voor ouderdomspensioen, en vice versa? Dat doe je op het op het moment dat je bijna met pensioen gaat. Er zijn verschillende scenario’s denkbaar. Stel: je hebt zelf ruim voldoende ouderdomspensioen om bij verlies van je partner rond te kunnen komen. Dan heb je mogelijk geen partnerpensioen van je partner nodig. Je partner kan in zo’n geval zijn of haar pensioenfonds of -verzekeraar vragen om het partnerpensioen te verlagen in ruil voor een hoger ouderdomspensioen. Je geniet dan samen van een ruimer ouderdomspensioen.

5. Bekijk een pensioenplanningstool

Sommige pensioenfondsen en -verzekeraars bieden een online pensioenplanningstool aan voor hun klanten. Hiermee kun je bekijken hoe pensioenkeuzes uitpakken. Denk aan eerder stoppen met werken of uitruilen van partnerpensioen. Heb je de tool gecheckt en overweeg je een keuze serieus? In dat geval kun je je laten voorlichten door een financieel adviseur.

Zo regel je het goed

Wil je er zeker van zijn dat je je pensioen echt goed hebt geregeld? Let dan bij berekening van je netto-inkomen op aftrekposten, toeslagen, bijdrage aan de Zorgverzekeringswet en de ouderenkorting. Zorg ook dat je je jaarruimte benut, kijk of uitruilen van partnerpensioen interessant is en gebruik een online pensioenplanner als je overweegt je pensioensituatie te wijzigen. En misschien wel de belangrijkste tip: neem contact op met een onafhankelijk adviseur. Zo weet je wat in jouw persoonlijke situatie het beste is om te doen en zorg je dat je écht niets over het hoofd ziet bij het regelen van je pensioen.


Wil je meer weten?